Lang geleden ging ik een tijdje om met een vrouw met dezelfde voorkeur voor het buitenleven als ik. Zij woonde in een idyllisch huisje op het platteland met haar man en kinderen. Wij waren allebei jong, hoewel zij tien jaar ouder was dan ik. Ik kwam net van de middelbare school. Ik ging graag bij haar op bezoek. We werkten soms in de tuin en we kletsten een beetje, geen idee waarover. Wat ik me wel herinner was de pot biologische pindakaas, zo één van groot formaat. Die stond op de salontafel terwijl wij onze thee dronken. De pindakaas werd op rijstwafels gesmeerd, maar soms nam zij ook zo een lik met een mes -of was het een lepel- uit de pot. Ik volgde haar maar al te graag. Ik was van huis uit gewend aan een heel geregeld eetritme zonder ongebreideld rijstwafels met pindakaas tussendoor. Dus iedere lik pindakaas smaakte naar avontuur en zelfbeschikking en daar was ik naarstig naar op zoek op die leeftijd. Maar dit even terzijde, ik wou het namelijk over de maand februari hebben.
De vrouw met wie ik pindakaas at, vertelde mij een keer dat zij een hekel had aan de maand februari.
Want dan had de winter wel lang genoeg geduurd en werd het tijd voor wat warmere en zonnigere dagen. Maar vaak was het nog zo koud en grauw in februari. Op die manier had ik nog nooit naar de maand februari gekeken. Maar nader beschouwd had ze wel een punt. Sindsdien denk ik er altijd wel een keer aan in februari, met name op zo’n waterkoude dag dat de zon niet wil schijnen en ik mijn dikke vest aantrek.
Toch heeft de Huang Di Nei Jing mijn kijk op februari veranderd.
Wat? De Huang Di Nei Jing? Ja, dat is een klassieke tekst, hét naslagwerk van de Chinese geneeskunde en reeds zo’n tweeduizend jaar oud. Het gaat over de Gele Keizer die het land regeert, maar lang niet alles weet. Daartoe heeft hij zijn raadsheer Qi Bo in dienst. De Gele Keizer stelt de vragen, Qi Bo weet de antwoorden. En zo kom je ongemerkt heel veel te weten over de holistische aard van de Chinese geneeskunde. Een belangrijk aspect in de TCM (Traditional Chinese Medicine) zijn de vijf elementen en de daaraan vier gekoppelde seizoenen (hoe dat precies werkt leg ik wel een andere keer uit). In de Huang Di Nei Jing wordt het jaar in vierentwintig periodes ingedeeld die allen hun eigen karakter hebben. De begindagen van deze periodes hebben vaak poëtische namen zoals ‘Het ontwaken van de insecten’, ‘Puur licht’, ‘Granen regen’, ‘Witte Dauw’, ‘Koude dauw’ en ‘Grote Sneeuw’. Andere namen zijn gewoon beschrijvend, zoals het begin van de seizoenen.
De seizoenen beginnen echter niet op de data die wij er voor vastgesteld hebben. Eenentwintig juni is niet het begin van de zomer, maar het hoogtepunt van de zomer. En dat is eigenlijk wel zo logisch, want dan staat de zon immers op zijn hoogste punt. Dat betekent dus dat eenentwintig maart het hoogtepunt van het voorjaar is, de dag waarop de voorjaarsenergie het meest voelbaar is. Maar wanneer begint het voorjaar dan? Precies tussen eenentwintig december en eenentwintig maart in. Op 4 februari, en dat is goed nieuws, want dat betekent dus dat het voorjaar al is begonnen
Maar dat verandert toch niets aan die natte en koude dagen?
Nee, dat niet, maar het zorgt wel voor een subtiele accentverschuiving. Het voorjaar is namelijk aan het Houtelement gekoppeld. Het Hout hoort onder andere bij de Lever en heeft de expansieve kracht van groene knoppen die in de maand maart overal uit de takken schieten, de ongedurige energie van ‘iets op je lever hebben’. De Lever wordt gezien als de Generaal die nieuwe strategieën uitstippelt, kortom degene die nieuwe plannen en wensen vormgeeft. Bij het nemen van nieuwe stappen, komt vaak ons ongeduld om de hoek kijken en willen we dat het zo gaat als in de maand maart: snel en expansief. Ik ken dat zelf maar al te goed. En dan ben ik zo blij dat er een maand februari bestaat die me laat zien dat elke ´rush´ zijn stille voorbereiding heeft. Bollen die langzaam hun kopje boven de grond uitsteken. Een eerste vogel die zingt. Een krokus die open gaat bij een straaltje zon, maar zich onmiddellijk weer sluit als de zon achterwege blijft. De schemering die iedere dag een stukje opschuift richting het licht.
Pas als alle omstandigheden optimaal zijn, gaat het hard en snel.
Dan komt het Houtelement in zijn ware kracht naar buiten. Kortom, als je voor de juiste condities zorgt en de dingen maar de tijd geeft zich te ontwikkelen, dan komt jouw wens vanzelf tot leven. Een geruststellende gedachte nietwaar? Daar kan ik de rest van de maand februari wel mee voort en ik hoop jij ook!
O ja, en dan nog een tip!
Heb je nou toch een keer moeite met zo´n waterkoude dag in februari, zet dan een pot thee van verse gemberwortel. Een paar dunne plakjes een paar minuten in water koken, in de thermoskan doen en gedurende dag leeg drinken. Heerlijk verwarmend en goed voor de Maag- en Miltenergie. Houd je niet van de smaak? Voeg er een kaneelpijpje aan toe. Ook heerlijk verwarmend.
PS 1) Houtenergie is heel krachtig, maar als het niet de juiste weg vindt, stagneert het snel. Fysiek kan zich dit onder andere uiten in hoofdpijn, vermoeidheid, pms, en emotioneel in frustratie en een kort lontje. Herken je dit en wil je hier verandering in aanbrengen? Stuur me dan een mail! Wellicht kan ik je verder helpen!